Skip to main content

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

Op de overeenkomst tussen zorgverlener en patiënt met betrekking tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst is de WGBO van toepassing (artikelen 7:446 e.v. Burgerlijk Wetboek). Onder geneeskundige handelingen wordt verstaan alle verrichtingen, inclusief onderzoek en advies, die rechtstreeks betrekking hebben op een persoon en tot doel hebben zijn gezondheid te verbeteren of bewaken. De WGBO heeft dus ook betrekking op de behandelrelatie tussen logopedist en de patiënt in het kader waarvan zorg wordt verleend.

Het doen van een medische keuring in opdracht van een ander dan de patiënt ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen ten behoeve van bijvoorbeeld een verzekering valt buiten de reikwijdte van de WGBO.

De WGBO bevat hoofdzakelijk rechten van de patiënt en kent slechts twee verplichtingen voor de patiënt. Zo is de patiënt gehouden om de zorgverlener naar beste weten de inlichtingen en medewerking te geven die nodig is voor de zorgverlener om goede zorg te kunnen bieden (artikel 7:452 Burgerlijk Wetboek). De andere verplichting die de patiënt heeft, is om de behandelkosten aan de zorgverlener te voldoen (artikel 7:461 Burgerlijk Wetboek).

De belangrijkste verplichtingen die de logopedist op grond van deze wet heeft zijn:

Informatieplicht
De zorgverlener dient de patiënt op duidelijke wijze, en als daarom wordt gevraagd ook schriftelijk, te informeren over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt zodat de patiënt een weloverwogen besluit kan nemen om de behandeling te laten uitvoeren (artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek). Het is daarbij van belang dat deze informatie is afgestemd op (het niveau van) de patiënt.

Toestemmingsvereiste
De patiënt dient met het verrichten van de geneeskundige handelingen, zoals logopedie, te hebben ingestemd. De toestemming kan blijken uit het feit dat de patiënt op de afgesproken behandelmomenten verschijnt en zijn medewerking aan de behandeling verleent. Ook kan de instemming met de behandeling blijken uit een schriftelijke behandelingsovereenkomst met de patiënt (of ouder/voogd).

Minderjarigen en onder curatele gestelde personen
– Betreft het de behandeling van een minderjarige tot 12 jaar dan dient de wettelijk vertegenwoordiger, doorgaans zijn dit de ouders, de toestemming te hebben gegeven;
– Betreft het de behandeling van een minderjarige in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar dan dient de minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordiger de toestemming te hebben gegeven;
– Betreft het de behandeling van een minderjarige vanaf 16 jaar dan dient de minderjarige de toestemming te hebben gegeven;
– Betreft het de behandeling van een persoon die onder curatele is gesteld dan dient de wettelijk vertegenwoordiger de toestemming te hebben gegeven.

De zorgverlener is gehouden om bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed zorgverlener in acht te nemen en daarbij te handelen volgens de professionele standaard van de beroepsgroep (artikel 7:453 Burgerlijk Wetboek). In de rechtspraak is dit aldus geformuleerd; ‘de zorgverlener moet die zorg betrachten die de redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden ook zou hebben betracht’. Dit betekent voor de logopedist dat gehandeld moet worden volgens de normen en standaarden van de beroepsgroep, zoals is vastgelegd in richtlijnen en protocollen. Het is echter niet de bedoeling dat een richtlijn of protocol zonder meer gevolgd wordt. Als het in het belang van goede zorgverlening noodzakelijk is om af te wijken, kan of moet zelfs worden afgeweken. Het is daarbij van belang dat de af- en overwegingen om in een individueel geval tot een andere behandeling te komen dan in een richtlijn of protocol staat in het dossier worden vastgelegd. Op deze wijze kan te allen tijde verantwoording worden afgelegd.

Dossierplicht
Op zorgverleners rust een dossierplicht (artikel 7:454 Burgerlijk Wetboek). Deze verplichting houdt in dat in het dossier alle relevante behandelinformatie wordt bijgehouden. Dit in het kader een goede zorgverlening en de continuïteit van zorg te borgen mocht de behandeling onverhoopt een keer door een waarnemer moeten worden overgenomen.

Geheimhoudingsverplichting
Ook de logopedist kent een medisch beroepsgeheim (artikel 7:457 Burgerlijk Wetboek). Het medisch beroepsgeheim houdt een recht van de patiënt in op vertrouwelijke omgang met informatie die in het kader van de behandeling wordt verkregen. De achterliggende gedachte hiervan is te voorkomen dat iemand die zorg nodig heeft zich hiervan laat weerhouden uit de vrees dat vertrouwelijke informatie over hem openbaar wordt.

Het medisch beroepsgeheim is niet absoluut. Indien er zwaarwegende redenen zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van een noodtoestand in de zin van een conflict van plichten of bij signalen die wijzen op kindermishandeling en/of huiselijk geweld, kan het in het belang van de patiënt noodzakelijk zijn dat informatie met anderen wordt gedeeld. Ook heeft de logopedist geen toestemming nodig van de patiënt als behandelinformatie wordt gegeven aan andere zorgverleners die eveneens rechtstreeks betrokken zijn bij de zorgvraag van de patiënt.

Beëindigen behandelrelatie
Een patiënt kan te allen tijde de behandelrelatie beëindigen. De logopedist mag een behandelrelatie echter niet opzeggen, behoudens gewichtige redenen (artikel 7:460 Burgerlijk Wetboek). Uit de rechtspraak volgt dat zorgverleners hiermee terughoudend dienen te zijn, omdat de patiënt een groot belang heeft dat de zorg wordt verleend. Of sprake is van een gewichtige reden hangt af van de omstandigheden in een individueel geval. Een gewichtige reden kan zijn dat sprake is van grensoverschrijdend gedrag door de patiënt, bijvoorbeeld als gedreigd wordt met geweld, of indien de vertrouwensrelatie ernstig is geschaad als gevolg van een conflict.

Indien de logopedist besluit de behandelrelatie met de patiënt op te zeggen, is het van belang de af- en overwegingen in het dossier vast te leggen. Dit zodat achteraf verantwoording kan worden afgelegd over het gevoerde beleid. Ook brengt de zorgplicht met zich mee dat ervoor moet worden gezorgd dat de patiënt de behandeling bij een andere logopedist kan voortzetten.

Bewaarplicht
De dossiers met behandelinformatie dient ten minste vijftien jaar na het einde van de behandelrelatie te worden bewaard, tenzij het uit hoofde van goed zorgverlenerschap nodig is dat de informatie langer dient te worden bewaard (artikel 7:454 lid 3 Burgerlijk Wetboek).

Vernietiging dossier
De patiënt heeft het recht om een verzoek in te dienen bij de logopedist om het dossier te vernietigen (artikel 7:455 Burgerlijk Wetboek). De logopedist dient binnen drie maanden na dit verzoek tot vernietiging over te gaan, tenzij er zwaarwegende reden is om het verzoek niet in te willigen, bijvoorbeeld als het informatie betreft die van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt.

Recht op inzage en afschrift
De patiënt heeft recht op inzage in het dossier waarin de behandelinformatie is vastgelegd. Ook kan een kopie van deze informatie bij de logopedist worden opgevraagd (artikel 7:456 Burgerlijk Wetboek). De logopedist mag hiervoor een redelijke vergoeding vragen. In het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wet bescherming persoonsgegevens d.d. 13 juni 2001 is dit nader uitgewerkt en wel als volgt:
– Voor het verstrekken van afschriften van dossiergegevens kan per pagina maximaal € 0,23 in rekening worden gebracht, met een maximum van € 5,00 per mededeling;
– Voor het verstrekken van een mededeling op een andere gegevensdrager dan op papier mag een redelijke vergoeding (kostprijs) worden gevraagd. Deze kan echter maximaal € 5,00 bedragen. Hierbij kan worden gedacht aan elektronische verstrekking, bijvoorbeeld op diskette of via een directe verbinding tussen personal computers;
– In afwijking van het voorgaande mag een redelijke vergoeding van ten hoogste € 22,50 in rekening worden gebracht indien de mededeling bestaat uit meer dan 100 pagina’s, de mededeling bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de gegevensverwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking of de mededeling bestaat uit afdrukken van een of meer röntgenfoto’s.